vrijdag 8 juli 2016

vruchtbaarheidsonderzoek

Voor onze eerste vruchtbaarheidsonderzoeken komen we tegenover een hele lieve maar ook intelligente vrouwelijke gynaecoloog te zitten.
Zij toont ons grafieken over hoeveel stellen er spontaan binnen een jaar zwanger zijn en hoeveel stellen er langer over doen. Ze laat ons ook het aantal stellen zien die nooit zwanger zullen worden.

Gelukkig horen wij niet bij de laatste categorie, dat kan gewoon niet. Ongewenst kinderloos blijven dat overkomt ons niet.
We zijn vol geloof dat de medische wetenschap ons antwoord is op onze kinderwens.

De arts stelt een aantal onderzoeken voor. Mijn toenmalige man moet een zaadtest doen en samen moeten we een samenlevingstest doen.

Bij een zaadtest moet de man zijn sperma opvangen in een potje en binnen een half uur afleveren op het laboratorium. Hoe confronterend is dat? Sta je daar als  man tegenover een laborante je zaadstaal in te leveren. Zij weet natuurlijk ook wel hoe je aan je zaadstaal gekomen bent. De laboranten zijn professioneel en laten niets blijken, het is vooral je eigen gevoel en gene die een rol spelen.

Overigens mag  je als vrouw niet helpen bij de productie van een zaadstaal, er mogen geen andere stoffen in komen dan het zaad.
Het ziekenhuis heeft er speciale kamertjes voor. Kamertjes met een tv en boekjes. Hier kun je je samen met je man terug trekken om een zaadstaal op te wekken. Ik ben nog nooit zo’n kamertje ingegaan. Eerlijk gezegd zou ik niet weten op welke wijze ik hem dan had kunnen helpen behalve zenuwachtig giechelen. Niet dat ik preuts ben, maar het doel waarom je in dat kamertje bent geeft toch een ander dimensie. Ik heb serieus respect voor de mannen die dit voor elkaar krijgen.

Dan de samenlevingstest. Dit is geen test om te zien of je goed samen in een huis kunt wonen.
Bij deze test moet je met elkaar vrijen de avond voor het inwendig onderzoek. Je mag je als vrouw niet wassen na de daad. Ongewassen verschijn je op het spreekuur. Ik voelde me vooral heel erg vies en enorm opgelaten.
De arts haalt met een klein glaasje wat sperma uit je baarmoeder, om deze onder de microscoop te bekijken.
Ik mocht meekijken door de microscoop. Wat een prachtig gezicht is dat, al die kleine zaadcelletjes die zwemmen op zoek naar een eicel die ze nooit zullen vinden.

De arts kijkt of alle zaadcellen mooi bewegelijk zijn en of er afwijkende zaadcellen tussen zitten. Het slijm van de vrouw kan namelijk zaadcellen doden of te dik zijn. De arts kijkt dus of er een match is tussen de zaadcellen en het slijm.

Een paar dagen laten krijgen we de uitslag in het ziekenhuis.
De zaadkwaliteit van mijn toenmalige man is niet geheel in orde. Hij produceert wel zaadcellen maar niet in de juiste hoeveelheid. Ook worden er witte bloedlichaampjes in het sperma gevonden. Dit is geen ramp, weet onze arts te vertellen, want met inseminatie kunnen ze de goede zaadcellen eruit centrifugeren. De goede zaadcellen worden daarna zo hoog mogelijk in de baarmoeder bij de eierstokken geplaatst.
De dokter ziet geen reden waarom ik niet zwanger kan worden. We gaan beginnen met IUI = intra uteriene inseminatie.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten